SENNA

Ik zat die zondagmiddag al met tegenzin klaar voor de uitzending van de Grand Prix van San Marino. Formule 1 was, is en blijft mijn absoluut favoriete sport, maar de gebeurtenissen van de vrijdag en de zaterdag lieten me niet los. Ik zat bij mijn ouders, zoals zo vaak op zondagmiddag, om gezellig samen de Grand Prix te kijken. Deze keer hoopte ik dat de race snel voorbij zou zijn.

Iedere dag drama

Eerst was er op vrijdag een heftige crash van Rubens Barrichello met zijn Jordan. Kordaat ingrijpen van F1-dokter Sid Watkins redde Rubens’ leven, al heeft dat nooit veel aandacht gekregen. Ik neem aan omdat tijdens de kwalificatie op zaterdag de Oostenrijkse F1-nieuwkomer Roland Ratzenberger dodelijk verongelukte. Hij beschadigde de voorvleugel van zijn Simtek, die in de eerstvolgende bocht rechtdoor ging en met een enorme klap tegen de muur knalde. Zijn auto tolde terug de baan op. Het hoofd van Ratzenberger kantelde meerdere keren heen en weer in zijn cockpit. Beeldvullend op tv. Geen pretje. Ik hoopte nog dat de Oostenrijker ‘alleen maar’ buiten bewustzijn was geraakt. Toen ze hem nog in de auto gingen reanimeren, wist je genoeg. Niet veel later de bevestiging. Dood. In zijn derde Grand Prix-weekend. De eerste F1-dode tijdens een raceweekend sinds 1982. Ricardo Paletti knalde toen bij de start van zijn debuutrace op een stilstaande concurrent. Levend verbrand, omdat reddingswerkers hem niet tijdig uit zijn zwaar beschadigde Shadow kregen.

Op Imola was de stemming voor de start erg bedrukt. Logisch. De race ging natuurlijk wel door. Ik zeg bewust ‘natuurlijk’ omdat iedere coureur, teambaas, official en andere betrokkene nu eenmaal weet dat autoracen een riskante sport is. Voor de start steeds weer het peinzende gezicht van Ayrton Senna in beeld. Het was pas zijn derde race voor zijn nieuwe team Williams. De GP’s in Brazilië en Japan verliepen teleurstellend. Achteraf hoorden we dat Sid Watkins op zaterdagavond de intens verdrietige Senna had geadviseerd om te stoppen met F1 en met hem te gaan vissen. Hun hobby. Wat moest de Braziliaan nog bewijzen? Hij ging niet mee in het plan van Watkins. Senna was er de persoon niet naar om zijn nieuwe team in de steek te laten.

De crash

De race startte chaotisch. Een startcrash zorgde voor een safety car. Onderdelen van de Benetton van J.J. Lehto vlogen zelfs de tribune in. Achter de safety car voerde Senna het nerveuze F1-veld aan. Na vijf ronden verdween de safety car. De F1’s schoten weg als een groep losgelaten leeuwen. Na de volgende doorkomst gebeurde het. In de Tamburello, een linkerbocht die vol gas genomen werd, stuurde Senna plotseling op een vreemde haakse manier naar rechts. Goed te zien via de camera in de auto van Michael Schumacher, die Senna op geringe afstand volgde.

Ook deze klap was immens. Onderdelen vlogen rond. De zwaar beschadigde Williams tolde terug de baan op maar hobbelde ook weer terug de brede uitloopstrook op. Zwaar beschadigd, maar niet verwoest. F1’s hadden ook in 1994 al een sterke kooiconstructie. Het meest verontrustende: geen enkele beweging in de auto. Hoe was Senna er aan toe? Marshalls waren snel bij het wrak. De staart van het veld reed op dat moment nog langs, afgeremd door gele vlaggen en de brokstukken ontwijkend. Na twee minuten – de race was inmiddels stilgelegd – kwamen een ambulance en andere reddingauto’s. Sid Watkins leidde de reddingsactie. Weer twee minuten later lag Senna gestrekt naast zijn auto. De helikopter landde kort daarna op de baan.

Na enige tijd vloog de helikopter naar het ziekenhuis. Met de levensgevaarlijk gewonde Senna aan boord. Op sommige luchtshots van het wrak was te zien dat Senna veel bloed had verloren. Aan het eind van de middag maakten de artsen van het ziekenhuis bekend dat de immens populaire Braziliaan aan zijn verwondingen was bezweken. De wereld – niet alleen de autosportwereld – was in rouw.

Wat ging er mis?

De rest is geschiedenis. Justitieel onderzoek naar de oorzaak van de crash gaf aan dat er vermoedelijk iets was afgebroken van de Williams. Een provisorisch gerepareerde stuurstang, werd eerst gezegd maar dat bleek niet te kloppen. Ook de doodsoorzaak van Senna werd vastgesteld. Hoewel de klap ontzettend hard was, zou hij normaal gesproken niet dodelijk geweest zijn. Maar Senna had veel pech. Een onderdeel van de wielophanging doorboorde de helm en veroorzaakte een schedelbreuk. De hersenbeschadiging was zo ernstig dat achteraf duidelijk werd dat hij nooit een kans op overleven had. De volgens velen beste autocoureur ooit was niet meer.

Brazilië rouwt

Indrukwekkend waren de beelden van de rouwstoet en de begrafenis van Senna. Heel Brazilië rouwde. Coureurs en familie droegen zijn kist. Velen brachten hem de laatste eer. Ook Alain Prost, lange tijd zijn aartsvijand maar ze hadden hun ruzie bijgelegd. Senna’s laatste teambaas Frank Williams in zijn rolstoel. Ron Dennis, de McLaren teambaas waar Senna zijn meeste successen boekte. Zijn vrienden Gerhard Berger en Thierry Boutsen. En nog vele anderen.

Terug naar de zondag. Kort na het bericht van zijn overlijden reed ik met mijn auto naar huis. Op de autoradio continu berichten over het meest rampzalige raceweekend uit de geschiedenis van de Formule 1. Thuis zette ik de tv aan. Veel meer informatiebronnen had je toen niet. Internet, e-mail, smartphone? Echt niet. Een voorbeeld. Vrienden stuurden me een paar dagen later vanaf hun vakantieadres in Spanje een ansichtkaart; dat gebeurde toen nog. Op de kaart schreven ze hoe kapot ze waren van de dood van Senna.

De dood van een fenomeen

Was ik er ook kapot van? Absoluut. Mijn favoriete sport had het leven van de beste coureur ooit geëist. Een fenomeen. Maar was Senna ook mijn favoriete coureur? Eerlijk gezegd niet eens. Maar ik bewonderde hem en hij was ook nog iemand met het hart op de goede plek. Hij probeerde bijna in zijn eentje de grote armoede in zijn geboorteland op te lossen. En buiten de auto was hij de bescheidenheid en vriendelijkheid zelve. Maar Senna was soms ook een doortrapte coureur die een minder sportieve actie op het circuit niet schuwde. Maar dat is slechts een kleine smet op een werkelijk fantastische carrière. Ik had het geluk hem zelfs nog op Zandvoort te zien rijden in een Formule Ford. Ayrton Senna da Silva, de omroeper op Zandvoort bleef die volledige naam tot vervelens toe herhalen, won met overmacht. Hij was evengoed ook één van de weinige coureurs die op de baan stopte om een gecrashte coureur te helpen. Er wordt wel gezegd dat hij in 1992 het leven van Erik Comas redde door na diens crash tijdens de training in België te stoppen en het hoofd van Comas rechtop te houden totdat reddingsdiensten het van hem overnamen.

Als het kalf verdronken is…

Hij was de absolute perfectionist. Voor zijn auto en voor zichzelf, als coureur. Direct na het rampweekend kondigde de FIA een serie nieuwe veiligheidsmaatregelen aan. Twee weken later had de Oostenrijker Karl Wendlinger een misselijk makende crash in de training voor de Grand Prix van Monaco. Wendlinger raakte in coma, maar overleefde en herstelde gelukkig volledig.

Pas in 2014 – 20 jaar later – viel er weer een dode in de F1 te betreuren. Jules Bianchi schoot tijdens de regen van de baan en kwam half onder een reddingswagen terecht. Een idioot ongeluk. Hoeveel pech kun je hebben? Bianchi kwam in een coma en overleed tien maanden later. Omdat er twintig jaar tussen zat, kun je wel zeggen dat de nieuwe veiligheidsmaatregelen blijkbaar wel werkten. Is Senna’s dood toch nog ergens ‘goed’ voor geweest.

Reacties zijn gesloten.